Recensie Slotconcert “Bachs Hoogmis, toegankelijk voor iedereen”
Zaterdagavond 12 mei 2012. Canticum Amicorum voert met het barokorkest Aspetti Musicali onder de bezielende leiding van Patrick van der Linden de Hohe Messe van Johann Sebastian Bach uit. ‘Toegankelijk voor iedereen’, zoals het programmaboekje meldt. Gelukkig was de Oude Kerk in Zwijndrecht bijna vol, zodat velen er een bijzondere avond konden meemaken.
Door het informatieve boekje, dat helaas niet bij de toegangsprijs was inbegrepen, kon iedereen de Hohe Messe plaatsen tegen de achtergrond van de Lutherse kerkmuziektraditie van het Duitsland uit de achttiende eeuw. Het programmaboekje zet uitvoerig de term ‘Mis’ uiteen. Veel mensen denken bij dit woord aan de Rooms-katholieke Eucharistieviering maar weten niet dat het woord ‘Mis’ een oude term is voor liturgie.
Bach had zich ten doel gesteld om met de muziek zo dicht mogelijk bij de teksten te blijven . Hij bedient zich hiervoor van een muzikaal taalgebruik dat gangbaar is voor de Barokke stijlperiode. Om de luisteraar anno 2012 deze muzikale taal te laten verstaan, is in het programmaboekje over elk onderdeel van de Hohe Messe een uitvoerige toelichting opgenomen. Deze toelichting bevat informatie voor zowel de gevorderde luisteraar als voor degenen die nauwelijks vertrouwd zijn met muzikale vormen. En hierdoor mag het motto voor deze avond geslaagd worden genoemd.
De uitvoering staat als een huis. Met professionele solisten, het professionele, Vlaamse barokorkest Aspetti Musicali en een bevlogen dirigent mag Canticum Amicorum bogen op een zeer geslaagde avond!
Reeds met de eerst vier maten, de statige inleiding Kyrie Eleison, wordt de aandacht van het publiek gevangen. Hier gebeurt iets bijzonders! De spanning wordt opgevoerd in het tweede deel, het Gloria. De drie trompetten met de pauken ondersteunen samen de vreugdejubel van de engelenzang in dit extatische deel. Het hoge niveau van de solisten valt op in een deel als het duet over Et in unum Dominum. Verrassend is het verschil in klankkleur van beide sopranen. Het is een verademing dat een overkill aan vibrato vermeden wordt, waardoor de muziek beter tot haar recht komt.
Buitengewoon indrukwekkend is het Qui tollis peccata mundi. In slepende dissonanten wordt de last der zonden uitgebeeld. Van een geheel ander karakter is het slotdeel van het Gloria: Cum Sancto Spiritu. Hoewel het uitvoeringstempo hoog is, beheerst het koor de muziek goed en blijft de muziek transparant, hoewel te merken is dat het koor er hard voor moet werken. Het Gloria wordt magistraal afgesloten met een extatische vreugdejubel, die geen luisteraar onberoerd zal hebben gelaten.
De dirigent weet na de pauze de spanning van de eerste twee delen vast te houden in het derde deel, het Credo. Middels allerlei muzikale figuren, prachtig toegelicht in het programmaboekje, wordt de geloofsbelijdenis getoonzet. Buitengewoon ontroerend is het Crucifixus, dat middels een passacaglia in dalende noten wordt vertolkt. De smart, de duisternis, de diepte van het lijden wordt bijna voelbaar in het a capella slot van het stuk. Met een geweldige vreugdejubel barst het volgende deel los: Christus’ opstanding wordt bezongen. Het toch al enorme contrast wordt op deze avond maximaal uitgebuit, waardoor deze twee delen een onuitwisbare indruk maken. Het Confiteor, een tripelfuga van ongekend niveau, vraagt het uiterste van het koor en ook van de luisteraar. Canticum Amicorum zet dit deel zeer trefzeker neer.
Ook in de laatste delen van de Hohe Messe blijft de spanning voelbaar. En dat is een prestatie na het hoogtepunt van de glorieuze slotmaten van het Credo. Het Sanctus bevat een bijzonder muzikaal affect. Door toepassing van triolen geeft Bach de muziek een bijna zwevend, licht karakter. Wellicht is de complexiteit van dit deel debet aan het feit dat de muziek hier onvoldoende transparant klinkt, waardoor het zwevende karakter niet goed ervaren wordt. Op gevoelige wijze wordt het Sanctus besloten met een fluit-Aria over Benedictus.
Op ontroerende wijze vertolkt Barnabás Hegyi het laatst deel, het Agnus Dei. Wat een prachtige stem, in combinatie met een ijzersterke techniek! Het Agnus Dei wordt afgesloten met het majestueuze Dona nobis pacem. Hoewel de muziek identiek is aan het extatische Gratias agimus tibi uit het Gloria, is het slotdeel meer verheven en plechtig. Een majesteitelijk besluit van een indrukwekkend en indringend concert, waarmee Canticum Amicorum weer heeft laten horen wat het kan.
Marco van Wetten, organist