Wouters aan het klavier! – Wouter Harbers

Echte troost en mateloze hoop 

Mijn naam is Wouter Harbers, ik ben pianist en 13 mei mag ik samen met pianist Wouter Bakker Canticum Amicorum begeleiden bij de uitvoering van Ein deutsches Requiem. Dit wordt mijn vierde uitvoering van dit meesterwerk en elk concert zijn er andere hoogtepunten… Het begin mag ik in m’n eentje spelen: een heel zachte repeterende lage F op de vleugel. Spannend, maar ook mooi om daarmee de toon te zetten. En daarna houdt het niet op met mooie momenten: de indrukwekkende ‘dodenmars’ uit het tweede deel, het ‘orgelpunt’ uit het slot van het derde deel (ik speel 36 maten lang een lage D terwijl daarboven een enorme fuga wordt uitgesponnen), het melodische vierde deel, de schitterende sopraansolo in het vijfde deel, het overweldigende geweld van het zesde deel en het overtuigende slot van het zevende deel. En onderweg hoor je indrukwekkende teksten die me steeds weer raken. Dat maakt elk deel uit dit meesterwerk bijzonder. 

Een orkestpartij op vleugel

Het is best lastig om deze partij – die in eerste instantie voor orkest geschreven is – te spelen. Soms heb je lange lijnen die oorspronkelijk voor strijkers of blazers zijn geschreven en die op een vleugel minder goed tot hun recht komen. Dan kun je lang zoeken naar het optimaliseren van zo’n lijn, maar blijft het moeilijk om die lijnen over te brengen op de luisteraar. Daarnaast is het pittig om de dynamische verschillen van het orkest te benaderen: een orkest kan echt ‘donderen’ terwijl het op een vleugel heel hard werken is om veel volume te maken en tegelijk precisie te bewaren. 

Een voordeel is wel dat het een goed uitgewerkte pianopartij is: Brahms heeft deze transcriptie duidelijk met veel zorg geschreven. En je bent op een vleugel wendbaarder dan een groot orkest, waardoor het makkelijker is om precies tegelijk te timen met het koor. De transparantie is ook groter, waardoor details meer tot hun recht komen. 

Samenwerken

Wouter Bakker en ik hebben het stuk allebei zelfstandig ingestudeerd en we komen twee of drie keer bij elkaar voordat we het samen uitvoeren. We werken dan vooral aan het pedaalgebruik: slechts één van beiden kan de pedalen van de vleugel bedienen. Met die pedalen bepaal je o.a. hoe lang klanken ‘blijven liggen’ en het vergt best veel vertrouwen in de ander als je zelf de pedalen niet bedient. Andersom is het lastig om rekening te houden met de partij van de ander als je zelf het pedaal mag bedienen. Daarnaast proberen we de timing en dynamiek zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Omdat 13 mei onze vierde gezamenlijke uitvoering van dit stuk is, raken Wouter Bakker en ik wel echt op elkaar ingespeeld. Het blijft echt een bijzondere ervaring om zulke grootse en meeslepende muziek samen te spelen op één vleugel!

Nieuw koor

Het wordt mijn eerste samenwerking met Canticum Amicorum: leuk om weer een goed nieuw koor te leren kennen! De samenwerking met Patrick vind ik ook altijd heel inspirerend. En ik vind het een feest om samen met een goede collega-pianist een meesterwerk meerdere malen uit te voeren. Je raakt hier nooit op uitgekeken en ik voel me stukje bij beetje beter in staat om door te geven wat deze muziek en deze teksten door willen geven: echte troost en mateloze hoop. 

(Foto Bron: Manschot Grafimedia)